Over natuurlijke en kunstmatige dagen

Het ene soort dagen heet natuurlijk, het andere kunstmatig. De natuurlijke dag bestaat uit de aaneengesloten periode van 24 uur, die begint op een van vier punten aan de meridiaan of de horizon, waar de Zon zich bevindt: dat wil zeggen de tijdsruimte van de gehele dag en nacht. Daarom staat in Genesis: ‘Een dag is gemaakt uit een avond en een ochtend’. Evenzo: ‘Gij die de ochtend met de avond hebt verbonden, schrijft voor dat dit dag genoemd wordt.’

De kunstmatige dag is de tijd tussen de opkomst van de Zon en haar ondergang, dus de tijd dat de Zon schijnt op de aarde. Vandaar de benaming kunstmatige dag. De nacht is de schaduw van de aarde en strekt zich uit aan de kant die is tegengesteld aan de Zon. Ze wordt nacht (Nox) genoemd, omdat dat woord is afgeleid van nocere [schaden]; het is immers de tijd die geschikt is voor al wat schaadt. We moeten hierbij in ogenschouw nemen, dat de natuurlijke dag bij verschillende volkeren op een verschillend tijdstip begint. De Christenen laten de natuurlijke dag beginnen en eindigen om middernacht. Dit omdat in de Schrift staat dat de Heer geboren zou worden op een Zondag in het midden van de nacht. En ook omdat de Zon, die de verwekker is van de dag, vanaf het verste punt om middernacht begint te rijzen. De Arabieren beginnen echter vanaf het midden van de dag, omdat ze zeggen dat de Zon midden op de dag is geschapen, en tellen hun dag vanaf het moment dat deze in beweging is gezet. De Joden daarentegen beginnen vanaf de avond en steunen daarvoor op de uitspraak in Genesis: uit de avond en de ochtend is één dag gemaakt. Sommigen, die uitgaan van hun waarneming, zoals het lekenvolk, laten de natuurlijke dag beginnen met de opkomst van de Zon. Omdat het de Zon is, die het dag maakt, moet de dag [volgens hen] terecht beginnen wanneer de Zon zich verheft boven onze horizon. Wat is de horizon? De cirkel die door ieders gezichtskring wordt gevormd. En de meridiaan? De cirkel die de zon van hemelpool tot hemelpool op het midden van de dag aftekent recht boven het hoofd van de mensen.

Van deze dag worden volgens de medici vier kwartdelen onderscheiden. Het eerste daarvan loopt van het negende uur van de nacht tot het derde van de dag, is warm en vochtig en hierin wordt het bloed in beweging gebracht. Het tweede vervolgens loopt van het derde uur van de kunstmatige dag tot aan het negende uur, is warm en droog en daarin wordt de gele gal gestimuleerd. Het derde duurt van het negende uur van de kunstmatige dag tot aan het derde uur van de nacht, is koud en droog en daarin neemt de zwarte gal toe. Het vierde is van het derde uur van de nacht tot het negende, is koud en vochtig en daarin vloeit het slijm.(1) Dat vinden we in het vers:

De drie eerste uren van de dag, de drie laatste van de nacht zijn van het bloed
De kracht van de gele gal maakt aanspraak op de zes middelste uren van de dag,
En de zwarte wijdt de eerste drie uren van de nacht en de drie laatste van de dag,
De zes middelste uren van de nacht plaatse u voor het slijm.

De kunstmatige dag wordt door de schrijvers eveneens in vier kwarten verdeeld. Het eerste heet het rood wordende, het tweede het schitterende, het derde het verzengende en het vierde het lauwe. Daarmee hangt samen de mythe, dat de zon vier paarden heeft, waarvan de namen zijn: Eous, Lampas, Pyrois, Phlegon [Dageraad, Lamp, Vurige, Gloeiende]. En dat vinden we in het vers:

De paarden van de Zon worden de vier uren van de dag genoemd:
het eerste wordt rood, het tweede schittert, het derde brandt, het vierde is lauw.

We moeten er ook aandacht aan schenken, dat de dagen van de week verschillende namen hebben. De heidense filosofen namelijk hebben elke dag van de week de naam gegeven van de planeet die in het eerste uur van die dag de heersende was. Zij zeggen dat de planeten in vaste volgorde heersten over de uren van de dag. De namen en de volgorde van hun sferen maakten zij in onderstaande tekening duidelijk:

FIGUUR DIE DE VERDELING EN ORDENING van de sferen toont, in de regio van de aether

sferen

 Daarover gaat het vers:

Na SIM volgt SVM(2) en daarachter komt de Maan.
Of in omgekeerde volgorde: Cynthia, Mercurius, Venus en Sol, Mars, Jupiter, Saturnus,
In de omgekeerde volgorde regeert ieder op zijn beurt het uur.

Dit kunnen we anders zeggen: Saturnus heerst in het eerste uur van de Zaterdag, Jupiter in het tweede, Mars in het derde, de Zon in het vierde, Venus in het vijfde, Mercurius in het zesde en de Maan in het zevende, en vervolgens in het 14e en het 21ste. Dan heerst Saturnus in het 22ste, Jupiter in het 23ste en Mars in het 24ste. En omdat er niet meer uren zijn in de natuurlijke dag, blijft over, dat de Zon heerst op het eerste uur van de daaropvolgende dag, op grond waarvan die de Zondag genoemd wordt en daarvan zijn naam heeft gekregen. En als we op gelijke manier doorrekenen, is de uitkomst, dat de Maan regeert op het eerste uur van de dag die op de Zondag volgt die dus aan die planeet zijn naam ontleent. Enzovoort. Met dit schema voor ogen berekenen verstandige artsen, wanneer zij dranken toedienen of kleine ingrepen doen, of een welwillende dan wel een kwaadwillige planeet op dat uur heerst. Welwillend zijn Jupiter en Venus, kwaadwillig Saturnus en Mars. Neutraal zijn de Zon, de Maan en Mercurius. Dat vinden we in het vers:

Jupiter en Venus zijn goed, Saturnus en Mars kwaadaardig.
Zon, Mercurius, Maan staan daartussenin.

De kwaliteiten van hun complexies(3) worden in de volgende verzen geopenbaard:

Koud en droog is Saturnus. Vochtige Jupiter kookt.
Mars en Zon, de drogen, zijn heet, maar de Maan en Venus,
De vochtigen, zijn koud; Mercurius moet gematigd zijn.

De menselijke verbeelding heeft getallen en namen gegeven aan de sterren niet op grond van hun natuur, maar omdat die het gemakkelijk maken ze te onderscheiden. Daarover heeft Bernardus Silvestris gezegd:

Om zich niet te vergissen door een en hetzelfde woord voor een algemene zaak heeft de mens gemaakt wat slechts namen zijn van de sterren.

Zo vinden we bij Vergilius in boek één van de Georgica:

De zeeman gaf toen aan de sterren getal en naam:
De Pleiaden, de Hyaden en de heldere Beer van Lycaon.

Uit het bovenstaande blijkt duidelijk dat de planeten wat hun cirkels(4) betreft, in een vaste volgorde staan. En de dagen van de week ontlenen aan hen hun naam . Logisch geredeneerd zouden ze elkaar in deze volgorde moeten opvolgen, zodat de Donderdag, de dag van Jupiter, onmiddellijk zou komen na de dag van Saturnus, de Zaterdag en de dag van Mars, de Dinsdag, daar weer onmiddellijk na enzovoort. De reden dat dat niet kan, is dat er 24 uren voor de planeten zijn te verdelen en dat er maar zeven planeten zijn. En indien ieder van hen in hun volgorde op drie uren beslag legt, blijven er van 24 uur drie over, die aan drie planeten toegekend moeten worden. Nu wordt het duidelijk: als een dag de naam krijgt van een planeet, zal de volgende dag de naam krijgen van de planeet die drie plaatsen verder staat. De Christenen echter, zoals Beda, Hiëronymus en andere vrome mannen wilden deze namen, omdat ze door de heidenen gegeven waren, veranderen. De eerste dag van de week hebben zij de Dag des Heren of de Eerste Feestdag genoemd. Des Heren, omdat de Heer op zo’n dag is geboren, op zo’n dag is opgestaan en op zo’n dag de wereld heeft geschapen; Feestdag, omdat feesten hetzelfde is als vieren en het werk staken. En op die dag die wij de Dag des Heren noemen, moeten wij al het werk dat we met onze handen doen en zelfs het werk van de zonde laten liggen. Het woord feria, feestdag, is afgeleid, naar men zegt, van ferre, ten offer brengen van offerdieren, omdat oudtijds offerdieren en brandoffers op de feestdagen naar de tempels gebracht werden. De tweede dag van de week noemden zij de Tweede Feestdag enzovoort. De naam van de Sabbat hebben zij niet veranderd in Zevende Feestdag. Sabbat namelijk betekent hetzelfde als rust en op zo’n dag rustte de Heer van al het werk dat Hij verricht had. Op deze dag ook rustte Hij in het graf. En daarom heeft die dag deze naam behouden. De Joden hebben andere namen voor de dagen van de week. De eerste dag van hun week noemen zij de Sabbat, zoals wij. Hun Dag des Heren noemen zij de eerste van de Sabbat; zo komt het: de Zoon van God, die opstond op de eerste morgen van de Sabbat, betekent op de eerste dag na de Sabbat. De dag die wij Maandag noemen , noemen zij de tweede dag van de Sabbat. Enzovoort. Men zegt dat het woord dies [dag] is afgeleid van het Griekse διος, wat stralend betekent, of van δυο, dat twee betekent, omdat de natuurlijke dag in tweeën wordt gedeeld, namelijk in de kunstmatige dag en de nacht. Ook zegt men wel dat het woord dag afgeleid is van Dii, omdat de planeten , naar wie de dagen hun naam kregen, vroeger de Dii, de goden, genoemd werden.

  1. Uitgebreider gaat Sacrobosco hierop in op blz. ...
  2. Saturnus, Iupiter, Mars - Sol, Venus, Mercurius.
  3. De complexie, heel simpel geformuleerd, is de natuur van iets, d.w.z. de twee basiseigenschappen van de vier: warm, koud, vochtig , droog, waaruit zij is samengesteld.
  4. In het wereldbeeld van Ptolemaeus draaien de planeten niet in ellipsen, maar in cirkels.