Over de jaren

De planeten zelf hebben jaren die van elkaar in lengte verschillen, maar ze hebben gemeenschappelijk het jaar dat het wereldjaar of in het bijzonder het volmaakte jaar genoemd wordt.

Het tijdsbestek waarin iedere planeet de Dierenriem geheel doorloopt, is voor ieder anders. De Dierenriem is een cirkel van het firmament, de weg van de planeten, de aftekening van de Tekens tussen de vaste sterren. Saturnus, de hoogste van alle planeten, doorloopt de Dierenriem in een tijd van 30 jaar. Daarna komt de milde planeet Jupiter, die deze in 12 jaar doorloopt. Mars, de derde, loopt om in twee jaar. De middelste van alle planeten, de Zon, doorloopt de Dierenriem in 365¼ dag. Beneden de zon staat Venus, die ook Lucifer en Avondster wordt genoemd, naar de tijd waarop ze aan de hemel staat. Het dichtst bij haar staat Mercurius, die soms voor de opkomst van de Zon, en soms na haar ondergang schijnt, welke twee in evenveel tijd als, of iets minder dan de Zon, om de Dierenriem gaan. Omdat ze dicht op elkaar staan, is het moeilijk de beweging van hen drieën te onderscheiden. De Maan, de laatste van alle, loopt in 27 1/3 dag door de Dierenriem , houdt zich dan twee dagen op in de conjunctie met de zon en verschijnt dan nergens aan de hemel. Voorbij zijn gebied is niets onderworpen aan de verandering van de tijd.(1)

Hij is namelijk poep voor de hogere wezens, zuiverheid voor wat onder hem staat, hij staat tussen de zaken die goddelijk en die welke vergankelijk zijn. Men zie Claudianus:

Wat sterfelijk is, is beneden de bol van de Maan die als zevende de sferen
rondgaat en dat scheidt van de eeuwige sterren.

Het grote jaar is het tijdsbestek waarin alle planeten samen met de vaste sterren van het firmament van het heelal, op die plaatsen waar zij bij de schepping van de wereld stonden, zijn teruggekeerd. Daarover meldt Josephus: Niemand die het leven van nu en het klein getal van onze jaren vergelijkt met het leven der Ouden, mene dat hun geschriften vals zijn, geschriften die hij nu nauwelijks uit het hoofd zou kunnen leren, ook al zou hij zeshonderd jaren leven. In zoveel jaren wordt het grote jaar namelijk voltooid. Maar er bestaat een uitspraak van de Filosofen die de waarheid nader komt en die het grote jaar het totaal van 15.000 jaren toekent, wat het jaar van de hele wereld is. Daarover gaat het vers:

Driemaal vijfduizend jaren omvat de wereld,
Zoals Plato getuigt, welke tijd hij het grote jaar noemt.
Daarvan gingen vijfduizend tweemaal honderd min één
Vooraf aan de nieuwe tijden van Uw wet, Christus.

Maar voor hen die steeds hoger willen: toch schijnt uit de berekening van dezelfde het volmaakte wereldjaar 36.000 omwentelingen van de Zon te bevatten.

  1. Het ondermaanse is volgens Aristoteles dat gedeelte van het heelal dat aan verandering onderhevig is, aan ontstaan en vergaan. Het bovenmaanse is volmaakt, onveranderlijk en onvergankelijk.