oktober 2013

Localisering op grond van de heiligenkalender II

Ter vermijding van misverstand: Clarisse en mevrouw Jansen-Sieben hebben onomstotelijk bewezen, dat de tekst geschreven is in of in de onmiddellijke omgeving van Gent.(1) De codices zouden in theorie elders kunnen zijn vervaardigd.

S heeft de typisch Gentse heiligen Amalberga en Veerle. Macarius, ook met Gent verbonden, ontbreekt, komt wel in de cisiojanus voor. Dat is een aanwijzing dat S bestemd was voor een Gentenaar of een Gentse instelling. Wat moet een gewoon burger echter met aantekeningen betreffende de vigiliën?

Nog een raadsel

In beide codices staat op 13 juli S m’gr^. Het zal wel betekenen ‘Sinte Margriet’ en dat het zo is afgekort, zal wel komen omdat er nog meer op deze regel staat. Maar de feestdag van Sint Margriet is 20 juli en geen geboden feestdag. En als zodanig staat deze dag ook in de kalender vermeld. De cisiojanus heeft hem op 20 juli.

Hs L heeft Margriet alleen op 13 juli en als geboden feestdag. Zijn cisiojanus geeft 20 juli aan, maar wel rood onderstreept.

Sint Gallen (Gallus)

In de ca. 40 Nederlandstalige kalenders die ik onder ogen heb gehad, heb ik Sint Gallen behalve in deze codices alleen aangetroffen in een getijdenboek, dat volgens W. de Vreese goeddeels is opgesteld naar Geert Groote (Museum Meermanno-Weestrianum 10 F(1). Hij dateert dat ca. 1460 en acht het geschreven in Holland.

Volgens de Acta Sanctorum en het Vollständiges Heiligen-Lexikon komt zijn verering niet westelijker dan Straatsburg en noordelijker dan Zuid-Beieren. Wat moet hij hier?

Sint Lambertus (Lambrecht)

Met de notatie van ‘Sinte Lambrecht’ op 17 september is in beide codices iets vreemds aan de hand. ‘Lambrecht’ is rood onderstreept, wat betekent dat het een geboden feestdag betreft, maar ‘Sinte’ niet. ‘lamb’ in de cisiojanus is niet onderstreept. Moeten we hieruit opmaken, dat zijn feestdag gevierd moest worden op een wijze die tussen een geboden en een niet-geboden dag in stond? Raadpleging van het Leidse handschrift L maakt het nog ingewikkelder. Lambrecht ontbreekt daar in de kalender, maar ‘lamb’ staat in de cisiojanus en rood onderstreept!

Twee conclusies

Er valt nu bij benadering iets over de datering van de cisiojanus en de kalender te zeggen. De cisiojanus dateert uit een tijd, dat eventuele bezwaren tegen sommige heiligen nog niet relevant waren voor het niveau dat besliste welke in de kalender werden opgenomen, de kalender dateert uit de tijd daarna. Vincent van Beauvais voltooide zijn Speculum Maius in 1244. Omstreeks die tijd moet de twijfel omtrent de avonturen van Brandaan in intellectuele kringen dus wortel hebben geschoten.

De ontbrekende locale heiligen

Laten we beginnen met ‘miel’ op 20 september. Noch in het Vollständiges Heiligenlexikon, noch in de Acta Sanctorum is op die dag iemand genoemd die met die afkorting aangeduid kan worden. Is het een onzinwoord? De cisiojanus bevat verder geen onzinwoorden. De versificator heeft getracht althans grammaticaal goed lopende zinnen te maken. Rijmdwang? Er zijn heel wat Nederlandse woorden die op ‘iel’ uitgaan. Wie zou het dan wel kunnen zijn?

De verschillen tussen de cisiojanus en de codices H en S

Met één uitzondering, Gallus, worden alle lokale heiligen ook in de cisiojanus genoemd.

Wel treffen we zes of zeven heiligen in de cisiojanus aan, die we niet vinden in de kalender.

Over Macarius en Servatius hebben we het al gehad; de andere zijn Gertrudis van Nijvel, Brandaan, Pontianus, de Victor van 17 december en misschien Milo.

De cisiojanus

Misschien kunnen de cisiojanussen ons meer leren. Maar daarvoor is het eerst nodig te bepalen in welke verhouding deze met de kalenders staan.

Het ligt voor de hand, dat een kalender aan een cisiojanus voorafgaat. Je gaat niet uit je hoofd een cisiojanus maken en van daar uit een kalender opstellen. Je gaat ook niet een cisiojanus maken die afwijkt van je kalender. Maar deze cisiojanus wijkt wel af en dat bewijst dat hij ouder is dan de kalender van H en S.

Pagina's