Over de maanjaren: eerst over het gewone jaar

Er zijn twee soorten maanjaren: het ene is het gewone jaar, het andere het embolistische. Het gewone jaar bestaat uit 12 omlopen, die in het zonnejaar beurt om beurt in elkaar overgaan. Het wordt gewoon genoemd, omdat het 12 omlopen heeft of 12 maanmaanden, zoals het zonnejaar 12 zonnemaanden heeft. En ook omdat twee gewone maanjaren bijna altijd na elkaar voorkomen, zoals zal blijken uit de paragraaf over de embolistische.

Dit jaar telt 354(1) dagen, 8 uur en 48 minuten, zoals beweerd wordt door Ptolemaeus en Alferganus. Dit kan worden bewezen, omdat het 6 omlopen heeft van 30 dagen en nog eens 6 van 29, met daarbij de minuten. Daaruit blijkt, dat het zonnejaar 11 dagen langer is dan het gewone maanjaar, als we met de minuten even geen rekening houden. Als het zonne- en het maanjaar op dezelfde dag beginnen, zal het maanjaar elf dagen eerder eindigen dan het zonnejaar, zoals blijkt wanneer wij in het derde jaar van de 19-jarige cyclus zijn aangeland. Daarom zal de Maan, als hij op 1 Januari zijn eerste dag heeft, na een jaar op dezelfde dag zijn 12e dag hebben, wegens de 11 dagen die hij aan de 354 moet toevoegen. Het verschil is op de eerste van elke maand en op elke dag van het jaar even groot. En om dit goed uit te rekenen hebben de computisten twee getallen uitgevonden, de epacta en de maanregularis, die met elkaar voor de eerste van elke maand de leeftijd van de Maan kunnen bepalen. Om voor het verleden en de toekomst te weten hoeveel dagen de Maan oud is op elke dag van het jaar, bestaan er twee regels:

Als je zeker weet hoeveel dagen de Maan vandaag oud is en je wilt weten hoe oud hij is op de zelfde dag in een komend jaar, moet je 11 bij de huidige leeftijd van de maan optellen. De uitkomst van die som is zijn leeftijd in het komend jaar. Tel je daar weer 11 bij op, dan krijg je zijn leeftijd over twee jaar en zo gaat het door tot in het oneindige. Daarbij moet je wel in het oog houden, dat je 30 moet aftrekken, als het getal groter dan 30 wordt. De rest is dan de leeftijd. En wil je weten hoeveel dagen hij oud was in het vorig jaar, of twee of drie jaar geleden, tel 19 bij het huidige aantal dagen op en je hebt zijn leeftijd in het vorig jaar enzovoort. En ook hier, als de som groter wordt dan 30, trek 30 af en de rest is het aantal dagen. Dat staat in het vers:

Vijf dagen en zes zult ge bijtellen voor het toekomstig licht,
En voor het voorbije, tweemaal vijf en negen.

Er is een uitzondering op. Maar omdat het in de overgrote meerderheid der gevallen wel opgaat, zij dit als regel ingevoerd.

  1. Emendatie. In de tekst staat 154. Ook Cavellat heeft 354.