De cisiojanus

Misschien kunnen de cisiojanussen ons meer leren. Maar daarvoor is het eerst nodig te bepalen in welke verhouding deze met de kalenders staan.

Het ligt voor de hand, dat een kalender aan een cisiojanus voorafgaat. Je gaat niet uit je hoofd een cisiojanus maken en van daar uit een kalender opstellen. Je gaat ook niet een cisiojanus maken die afwijkt van je kalender. Maar deze cisiojanus wijkt wel af en dat bewijst dat hij ouder is dan de kalender van H en S.

Waarom nam de kopiist hem op? Stond hij in de legger en hebben we te maken met de cisiojanus van de ‘oer’kalender – een kalender die bewerkt moest worden? Dat gaat heel wat gemakkelijker dan het bewerken van een tekst die in vers- en rijmvorm is geschreven en die de kopiist dan maar liet staan. Of vond de kopiist of zijn chef dat het produkt in waarde toenam met een cisiojanus die niet helemaal met zijn kalender overeenkwam, maar er aardig op leek? Het laatste is niet eens zo’n gek idee. Een variant van deze cisiojanus komt namelijk ook voor in een codex die qua opzet niets, maar dan ook niets met de Natuurkunde of met de codices H en S te maken heeft: Brussel, K.B. 837-845.(1)

Ik moet het antwoord op deze vragen schuldig blijven. Ik concludeer alleen dat hij ouder is en dat sommige verschillen daarom mogelijkerwijs kunnen bijdragen aan de datering.

  1. De inhoudsopgave is te vinden in het Repertorium, genoemd in noot 1 van Hoe zitten de codices elkaar?