De onverklaarde hoofdletters

Ze komen om de 6, 7 of 8 woorden voor. Aangezien het gedicht een hulpmiddel is voor de tijdrekening, hoeven we niet naar een astronomische verklaring als zons- of maansverduistering te zoeken. Heilige jaren zijn het evenmin, want die kwamen in de 13e en 14e eeuw niet zo frequent voor.

Ik neig naar de veronderstelling dat deze hoofdletters helemaal geen betekenis hebben, maar dat ze in de autograaf de eerste letter van een regel vormden. Dat zou de regelmaat van 6, 7 of 8 verklaren.

Elke andere verklaring die ik dacht te vinden, gaat niet op. Het gedicht telt in de versie-U 534, na verbetering 538 letters. Dat ligt dicht bij het getal 532. Tellen we de twijfelachtige d voor het jaar 1288 niet mee en nemen we aan dat de D van donans in 1349 is verward met de C van Clam in 1350 (en die onderstelling mag natuurlijk niet) en dat we deze hoofdletters van het totaal moeten aftrekken, dan komen we nog uit op 531 en niet op 532. Waarom die voorkeur voor 532? 19 jaar duurt de cyclus van de maan, 28 jaar de cyclus waarin alle dagen van de week weer op dezelfde dag vallen. 19 x 28 = 532. Om de 532 jaar vallen de zon- en maancycli met elkaar samen. We noemen dit de Dionysische cyclus, naar Dionysius Exiguus, van wie men, mogelijk ten onrechte, aannam dat hij deze ontdekt zou hebben.

En ook de indictie, het in oorsprong belastingtijdperk van 15 jaren, die in de stichtingsakten van kerken wordt gebruikt, kan het niet zijn: de hoofdletters komen niet om de 15 woorden voor.