De cyclus van 532 jaar

Om de 28 jaar herhaalt de zonnekalender zich. Als 1 maart op zondag valt in jaar 1, doet hij dat in jaar 29 ook. In jaar 2 op maandag, in jaar 3 op dinsdag, maar in het schrikkeljaar 4 verspringt hij een dag en valt op donderdag. In 28 jaar zijn er 7 schrikkeldagen, dat is bij elkaar 1 week en dat is gelijk aan het aantal dagen dat overgeslagen is. We kunnen dan dus weer opnieuw beginnen.

Bij de maan iets dergelijks. Om de 19 jaar is het bij benadering, zeker in de Juliaanse kalender, op dezelfde dag nieuwe maan, eerste kwartier enz.

Maar ook al kan het na 19 jaar bijvoorbeeld op 1 maart weer nieuwe maan zijn, dat wil niet zeggen dat die nieuwe maan op dezelfde weekdag valt. Wil dat het geval zijn, dan heb je daar 19x28 = 532 jaar voor nodig. Dat getal vinden wij al bij Victurius van Aquitanië, een geleerde uit de 5e eeuw. Die periode van 532 jaar wordt ook wel het annus magnus, het grote jaar genoemd. Of Victurius inderdaad de onderbouwing van dit getal heeft gevonden dan wel of hij empirisch daarachter kwam, is geen uitgemaakte zaak.